Het volgende toont aan dat aan de criteria wordt voldaan:
1.1
Een commissioningsplan dat laat zien dat voldoende tijd, geld en menskracht zijn gereserveerd voor prestatieborging van de installaties.
1.2
Er is een onafhankelijke commissioningsmanager aangesteld, die uit naam van de opdrachtgever toezicht houdt op het commissionen en waar nodig re-commissionen van de installaties.
1.3
De verantwoordelijkheden van de commissioningsmanager zijn:
- Inbreng over doel, omvang en inhoud van het commissioningsplan; beoordelen of het installatieontwerp qua prestaties zal voldoen aan de functionele eisen zoals vastgelegd in bijvoorbeeld een programma van eisen.
- Inbreng omtrent prestatieborging van de installaties tijdens de uitvoeringsfase.
- Idem tijdens de opleveringsperiode en tijdens de onderhoudsperiode.
1.4
De prestatieborging heeft ten minste betrekking op de volgende installaties:
- Verwarmingssystemen.
- Waterdistributiesystemen.
- Verlichtingssystemen.
- Ventilatiesystemen;
- Koelsystemen.
- Geautomatiseerde regelsystemen.
1.5
Het in werking stellen moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de meest actuele praktijkrichtlijnen (zie referenties voor indicatie van richtlijnen die gebruikt kunnen worden).
1.6
De onafhankelijke commissioningsmanager moet vaststellen of de installaties voldoen aan de functionele eisen zoals vastgelegd in bijvoorbeeld een programma van eisen en dient dit te verantwoorden in een commissioningsrapportage.
2.1
Het eerste punt moet behaald zijn.
2.2
De bovengenoemde bepalingen (criteria-eis 1.1 t/m 1.6) omvatten ook de onderstaande seizoensgebonden verantwoordelijkheden voor het in bedrijf stellen over een periode van ten minste 12 maanden, vanaf het moment dat het gebouw in gebruik wordt genomen:
- Het testen van alle gebouwinstallaties onder volle belasting, bijvoorbeeld [o.a.] de verwarmingsinstallatie midden in de winter, koel-/ventilatiesystemen midden in de zomer, en ook onder deellast tijdens de lente en de herfst.
- Indien van toepassing, moeten de tests ook worden uitgevoerd gedurende perioden van extreem hoge of lage bezettingsgraad qua gebruikers.
- Interviews met gebouwgebruikers (voor zover deze te maken hebben met de complexe systemen).
- Het opnieuw in bedrijf stellen van gebouwsystemen na het aanpassen aan gewijzigde condities en het verwerken van wijzigingen in de bedieningsinstructies in de bedienings- en gebruikshandleidingen.
2.3
Beoordeel thermisch comfort, ventilatie en verlichting, met intervallen van 3, 6, 9 en 12 maanden na ingebruikname, hetzij door het uitvoeren van metingen, hetzij door terugkoppeling met gebruikers.
2.4
Indien een gebouwbeheersysteem (GBS) is gespecificeerd, moet de volgende procedure voor het in werking stellen worden uitgevoerd:
- Het in werking stellen van lucht- en watersystemen wordt uitgevoerd nadat alle stuurapparatuur is geïnstalleerd, aangesloten en functioneert.
- In aanvulling op de meetresultaten van water- en luchtstromen bevatten de resultaten van het in werking stellen fysieke metingen van ruimtetemperaturen en andere parameters, voor zover van toepassing.
- Het gebouwbeheersysteem/de regelinstallatie moet in automode draaien met bevredigende binnencondities voorafgaand aan de oplevering.
- Indien een GBS aanwezig is: alle GBS-gerelateerde schema’s en pictogrammen moeten volledig zijn geïnstalleerd met een functionerende gebruikersinterface voor de oplevering.
- De gebruiker moet volledig worden getraind in de bediening van het systeem.
2.5
Bij aanwezigheid van specifieke installaties zoals zuurkasten, microbiologische veiligheidskabinetten en gebouwgebonden koelruimten, dient de assessor te controleren of de prestatieborging van deze installaties valt onder de verantwoordelijkheid van de commissioningsmanager.
2.6
De onafhankelijke commissioningsmanager moet vaststellen of de installaties voldoen aan de functionele eisen zoals vastgelegd in bijvoorbeeld een programma van eisen en dient dit te verantwoorden in een commissioningsrapportage.
3.1
Het eerste punt moet behaald zijn.
3.2
De onafhankelijke commissioningsmanager is aangesteld voorafgaand aan het definitieve ontwerp.
3.3
De commissioningsmanager heeft inbreng omtrent prestatieborging tijdens het ontwerp.