Uitbreiding van bestaande gebouwen
Zie de Aanvulling op de criteria-eisen voor inbreiding op bestaande locaties.
Gebieden die een bron van vervuiling zijn
Voor het doel van deze credit worden onder gebieden die een risico vormen op vervuiling van waterwegen verstaan: gebieden waar voertuigen manoeuvreren, parkeerplaatsen, afvalverzamelinrichtingen, leverings-, opslag- of fabrieksterreinen.
Gebieden waar olieafscheiders vereist zijn
De volgende gebiedsgrootten (indien aanwezig) vereisen olieafscheiders in oppervlaktewaterafvoersystemen:
- Parkeerplaatsen groter dan 800 m2 of met 50 of meer parkeerplaatsen.
- Kleinere parkeerplaatsen die afvoeren op een gevoelig natuurgebied.
- Gebieden waar vrachtverkeer wordt geparkeerd of gemanoeuvreerd.
- Voertuigonderhoudsgebieden.
- Wegen.
- Industriële gebieden waar olie wordt bewaard of gebruikt.
- Tankstations.
Duurzame stedelijke waterbergings- en infiltratiesystemen
Een serie beheerwijzen en controlesystemen ontwikkeld om oppervlaktewater af te voeren op een duurzamere wijze dan sommige conventionele technieken.
Inbegrepen zijn:
- Bergingsvijvers.
- Wadi’s.
- Rietvelden.
- Doorlatende verharding: in gebieden waar lokale geologische en hydrologische omstandigheden dit mogelijk maken, bijvoorbeeld bestrate oppervlakken op een doorlatende onderlaag op een grindbed om het water te bergen en in de bodem te laten dringen. Voor minder doorlatende gronden kan de grindlaag dieper zijn en kan deze het water brengen naar een infiltratievoorziening, hoewel dit in sommige gebieden niet mogelijk is.
- Afvoerwater van daken verzameld als onderdeel van een regenwaterwinsysteem.
- Afvoerwater van daken doorgevoerd naar een infiltratievoorziening of andere bergingsvoorziening zoals tanks, vijvers, wadi’s enz.
- Groene daken.
Inbreiding op bestaande locaties
Indien een inbreiding op een bestaande locatie wordt beoordeeld, gelden de eisen voor zowel gebieden binnen de bouwzone die een risico vormen voor vervuiling als enig gebied daarbuiten dat beïnvloed wordt door het nieuwe werk, zoals drainage van of naar de voorgestelde bebouwing.
Passend niveau van behandeling
In alle gevallen moet de beoordelaar voor het dagelijkse gebruik van de locatie bepalen of de voorgestelde oppervlaktewaterafvoerstrategie passend is.
Ondergrondse/bedekte gebieden
Indien aangetoond kan worden dat er geen drainage- of afspoelinstallaties zijn die water van binnen de ondergrondse of bedekte gebieden naar natuurlijke watergangen kunnen leiden, voldoen deze gebieden aan de eisen.
Dakinstallaties
Installaties op het dak moeten beoordeeld worden als er een risico is van stoffen zoals benzine of olie. Koudemiddelen worden niet beoordeeld in deze credit aangezien zij een gevaar voor besmetting van de lucht vormen en niet van watergangen.
Geen door vervuiling bedreigde gebieden
Als aangetoond kan worden dat er geen gebieden zijn die een vervuilingsrisico vormen, zoals parkeren, leverings-, manoeuvreer- of onderhoudsinstallaties (inclusief individuele parkeerplaatsen), externe afvalopslagruimte of andere harde standplaatsen én er zijn geen installaties aangebracht op het dak, wordt voldaan aan de eisen van het eerste criterium.
Doorlatende bestrating
Indien aangetoond kan worden dat een doorlatende bestrating gebruikt is die ontworpen is om slib vast te houden en olie af te breken, dan voldoet dit aan de eisen voor deze credit voor parkeerplaatsen en toegangswegen.
Drainageplan
Een allesomvattend en actueel drainageplan van de locatie, waarop nauwkeurig alle afvoeren staan aangegeven, moet worden gemaakt en worden overhandigd aan de nieuwe gebruiker. Indien er geen interne deskundigheid is om dit te doen, moet een gekwalificeerd drainagebedrijf worden gebruikt.
Werkplaats
Werkplaatsen moeten worden beoordeeld aan de hand van bovenstaande criteria. Dit omdat in sommige gevallen enige vorm van voertuigonderhoud deel kan uitmaken van een autoshowroom of een andere vorm van winkelruimte.