BREEAM-NL Nieuwbouw en renovatie utiliteit v6.1.1

MAT 07 Losmaakbaarheid

Het stimuleren van ‘losmaakbaarheid’ van de toegepaste bouwmaterialen, bouwdelen- en componenten, zodat deze aan het einde van de levensduur van het gebouw eenvoudiger kunnen worden gedemonteerd om in een ander project te worden hergebruikt.

Beschikbare punten 2
Minimale vereiste Nee
Verplicht vanaf Nee
Projectgebonden Ja
Filtercredit Nee
Exemplary performance Ja

De credit bestaat uit twee delen:

  • Losmaakbaarheid van de gebruikte bouwmaterialen en -producten (één punt);
  • Materiaalpaspoort (één punt);
  • Losmaakbaarheid van de gebruikte bouwmaterialen en -producten (EP-punt).

Toon aan dat aan de volgende criteria wordt voldaan:

Eén punt - Losmaakbaarheid van de gebruikte bouwmaterialen en -producten

  1. De losmaakbaarheid van de gebruikte bouwmaterialen voor het project is vastgesteld met een door DGBC goedgekeurde tool (zie Methodiek).
  1. De losmaakbaarheidsindex LI project (Lig) is groter dan 40%

Eén punt - Materiaalpaspoort

  1. Voor 80% van het volume van de materialen die in het gebouw zijn gebruikt (volgens de scope van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken) is een materiaalpaspoort beschikbaar. Alle materiaalpaspoorten zijn bovendien geïntegreerd in een gebouwpaspoort.

Geen punten - Aanvullend voor EU Taxonomie

  1. Het gebouwpaspoort is opgeslagen in een nationaal, openbaar informatiebeheersysteem.
  1. Het eerste punt voor deze credit is behaald
  2. De losmaakbaarheidsindex LI project (Lig) is groter dan 60%.

Geen.

Referentie

onderwerp

omschrijving

Toepassingsgebied

CN1

Toepasbaarheid van de criteria

In hoofdstuk 3.2 Tabel 6 staat het toepassingsgebied voor elk criterium, per gebruiksfunctie en projecttype.  Criteria die niet van toepassing zijn, worden daar weergegeven. Aanvullende of aangepaste criteria voor een specifiek projecttype en gebruiksfunctie staan in de aanvulling op de criteria van de credit.

CN1.1

Te beoordelen materialen

Alle bouwmaterialen en -producten volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken moeten worden meegenomen bij deze credit. De scope voor materialen is dus hetzelfde als bij MAT 01.

CN1.2

Uitbreiding van bestaande gebouwen

Alle materialen die onderdeel zijn van de uitbreiding worden in deze credit beoordeeld.

Losmaakbaarheid van de gebruikte bouwmaterialen en -producten

CN2

Hergebruik van materialen uit andere gebouwen

De criteria voor de losmaakbaarheid van hergebruikte bouwmaterialen en -producten zijn hetzelfde als die voor nieuwe materialen en producten.

Materiaal paspoort

CN3

Materialen- en gebouwpaspoort

Om in de toekomst bouwmaterialen en producten die nu in gebouwen worden gebruikt, te kunnen hergebruiken, is het belangrijk om de materiaalgegevens goed vast te leggen en eenduidig op te slaan in een materiaalpaspoort. Dit paspoort is de beste manier om deze gegevens te bewaren. Er zijn verschillende soorten materiaalpaspoorten, die op dit moment (nog) niet allemaal uitwisselbaar zijn. Ook geven ze vaak meer of andere informatie dan in deze credit wordt gevraagd. Daarom worden in deze credit alleen algemene eisen gesteld voor materiaalpaspoorten.

Het gebouwpaspoort voor het hele project bevat een compleet (digitaal) overzicht van alle materiaalpaspoorten van de gebruikte onderdelen. Dit paspoort moet duidelijk maken waar de materialen in het ontwerp (ontwerpcertificaat) en bij de oplevering (definitief certificaat, ‘as built’) zijn toegepast. Het paspoort is aanpasbaar en overdraagbaar, en de data moeten in een ‘open’ formaat te gebruiken zijn, bij voorkeur als csv-bestand. Het paspoort wordt opgeslagen in een openbaar systeem, zodat ook andere betrokkenen en toekomstige eigenaren het kunnen raadplegen.

Het paspoort bevat minimaal de volgende gegevens:

  1. Producent met contactinformatie (naam, adres, website, e-mail, telefoonnummer, vestigingsland)
  2. Omschrijving van het materiaal/product: inclusief productnaam, type aanduiding, belangrijkste functie(s), en uitleg over de opbouw van het materiaal/product
  3. NL/SfB classificatie t/m laag 3 (bijvoorbeeld 23.03)
  4. Of het materiaal/product voldoet aan de eisen voor CAT1 invoer in de milieuprestatieberekeningen

CN4

Overdracht van het materialen- en gebouwpaspoort

Een onderdeel van de gebruikershandleiding is een uitleg over waar en op welke manier het materiaal- en gebouwpaspoort kan worden ingezien. Het doel hiervan is dat het materiaal- en gebouwpaspoort toegankelijk en vindbaar blijft, ook als de gebruiker of eigenaar van het gebouw verandert. Als het onderdeel over de gebruikershandleiding niet van toepassing is, hoeft deze uitleg voor toekomstige gebruikers niet opgenomen te worden

Bepalen van de losmaakbaarheid

Voor de bepaling van de losmaakbaarheid moet gebruik worden gemaakt van een door DGBC goedgekeurde losmaakbaarheidstool. Deze tool berekent de losmaakbaarheidsindex (LI gebouw, Lig) en is te downloaden via de online richtlijn.

De berekeningen en onderbouwing van de losmaakbaarheid moeten voldoen aan de volgende eisen:

Het projectteam moet de meest recente versie van de losmaakbaarheidstool gebruiken, op het moment van registratie van het BREEAM-assessment in de Assessmenttool.

  1. De losmaakbaarheid van de gebouwinstallaties moet worden meegenomen.
  2. De losmaakbaarheid van de bouwdelen en objecten moet worden aangegeven op detailtekeningen. Als BIM (Building Information Management) wordt gebruikt, moet de informatie over losmaakbaarheid bij de relevante bouwdelen en objecten zijn opgenomen.
  3. Alle losmaakbare bouwdelen en objecten moeten bij oplevering van het gebouw opgenomen zijn in een duidelijke digitale demontagehandleiding (in een open dataformaat). Deze handleiding maakt deel uit van de losmaakbaarheidsdocumentatie voor de gebouwbeheerder. De handleiding moet minimaal de volgende informatie bevatten:
  1. Een overzicht van bouwelementen (met vier-cijferige NL/SfB-codering).
  2. De Lip-index van het totale project.
  3. Naam en type van elk losmaakbaar element.
  4. Fabrikant/leverancier van elk losmaakbaar element.
  5. Een afbeelding met codering (zie verderop).
  6. Een duidelijke omschrijving (gebruiksaanwijzing) van de bevestiging en demontage van elk object, inclusief type verbinding (droog, nat, gekit, verlijmd, enz.).
  7. Toegankelijkheid van de verbindingen.
  8. Doorkruisingen per object.
  9. Vorminsluiting per object.
  10. Benodigde gereedschappen, vakkennis, materieel en opslag- en transportvoorzieningen voor demontage.
  11. Als BIM wordt gebruikt: opname en koppeling van alle losmaakbare objecten met hun verbindingen en LI-elementscore in het BIM-model.
  12. Let op: een uitdraai van de 'as-built' ingevulde losmaakbaarheidstool bevat veel van de bovenstaande gegevens.
  13. In theorie heeft een volledig losmaakbaar object in een gebouw een score van LI-element = 1. Een object dat niet losmaakbaar is, krijgt een score van LI-element = 0.

criteria

ontwerpfase

Opleverfase

Alle

Met één of meer bewijsstukken, zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal, moet worden aangetoond dat het project aan de criteria voldoet.

Object
In deze credit worden voor alle ‘losmaakbare’ bouwmaterialen, bouwdelen, producten, componenten, elementen, enz., de term ‘object’ gebruikt.

De losmaakbaarheid van bouwelementen wordt meegenomen in de MPG-berekening en gewaardeerd bij MAT 01. Bij deze credit, MAT 07 Losmaakbaarheid, gaat het om de verbindingen tussen objecten in, op en aan het gebouw. Het richt zich op hoe deze verbindingen gedemonteerd kunnen worden en hoe de objecten opnieuw gebruikt kunnen worden.

  • Rapport: Circular Buildings – een meetmethodiek voor losmaakbaarheid v2.0
Home