De credit bestaat uit vier delen:
- Legale, duurzame houtbronnen en duurzaamheidsmanager (minimale vereisten)
- Milieumanagement op de bouwplaats (één punt)
- Verantwoord bouwplaats beheer (twee punten)
- Monitoren milieu impact van de bouwplaats (twee punten)
Toon aan dat aan de volgende criteria wordt voldaan:
Minimale vereiste - Legale, duurzame houtbronnen en duurzaamheidsmanager
- Al het hout dat op de bouwplaats wordt gebruikt, inclusief bekisting, omheining en ander hout dat tijdelijk bij de bouw wordt gebruikt, is gecertificeerd door een certificatiesysteem dat is goedgekeurd door de Timber Procurement Assessment Committee. Opmerking: Voor andere materialen bestaan er in deze fase geen eerste vereisten.
- Betrek een duurzaamheidsmanager die tijdens de werkzaamheden op de bouwplaats samen met de opdrachtgever en aannemer prestatiedoelen opstelt voor de bouwplaats, in lijn met de projectdoelen.
- De duurzaamheidsmanager heeft voldoende tijd en middelen om:
- Samen te werken met het projectteam om de relaties tussen BREEAM-NL credits te overwegen en hen te helpen in het bereiken en wanneer mogelijk verder gaan dan de ontwerp-intentie, om de prestaties van het project te maximaliseren tegen de overeengekomen prestatiedoelstellingen in de bouw-, overdracht- en opleveringsfase.
- Monitoren van de voortgang van de bouw ten opzichte van de prestatiedoelen die zijn overeengekomen (criterium 2) in alle stadia waar beslissingen de BREEAM-NL doelstellingen beïnvloeden.
- Proactief identificeren van risico’s en kansen met betrekking tot het inkoop- en bouwproces en de verwezenlijking van de overeengekomen doelstellingen (criterium 2).
- Feedback geven aan de uitvoerende aannemers en het projectteam indien nodig, om hen te ondersteunen bij het nemen corrigerende maatregelen en het bereiken van hun overeengekomen prestatiedoelen.
- Monitoren, wanneer relevant, coördineer het verkrijgen van bewijsmateriaal van het projectteam.
Eén punt - Milieumanagement op de bouwplaats
- De hoofdaannemer werkt met een Milieumanagementsysteem met minimaal in de scope de belangrijkste (bouw)werkzaamheden. Dit Milieumanagementsysteem moet door een derde partij gecertificeerd zijn, volgens ISO14001/EMAS of een gelijkwaardige norm.
- Het project heeft de procedure volgens een project-milieueffectrapport (MER) beoordeling doorlopen. Wanneer uit de beoordeling aanzienlijke milieueffecten naar voren komen, wordt daarnaast een MER uitgevoerd en een MER opgesteld.
- Het toepassen van best practice beleid, procedures en maatregelen ter voorkoming van verontreiniging door activiteiten op de bouwplaats, welke worden aangetoond binnen Tabel MAN 03.1.
Twee punten - Verantwoord bouwplaatsbeheer (verplicht vanaf de kwalificatie Very Good)
- Aan de volgende criteria is voldaan:
- Eén punt kan worden toegekend als de hoofdaannemer heeft voldaan aan de eisen in Checklist A1, waarbij de bouwplaats op een onafhankelijke manier door de assessor is getoetst en waar wordt voldaan aan zes items van elk van de vier categorieën van checklist A1 (zie Bijlage 1).
OF
- Eén punt kan worden toegekend als het te beoordelen project door Bewuste Bouwers Versie 3 wordt erkend waarbij een totaalscore van minimaal 6/10 punten wordt behaald.
- Twee punten kunnen worden toegekend als de hoofdaannemer heeft voldaan aan de eisen in Checklist A1, waarbij de bouwplaats op een onafhankelijke manier door de assessor is getoetst en waar wordt voldaan aan alle items van elk van de vier categorieën van checklist A1 (zie Bijlage 1).
OF
- Twee punten kunnen worden toegekend als het te beoordelen project door Bewuste Bouwers Versie 3 wordt erkend waarbij een totaalscore van minimaal 8/10 punten wordt behaald.
- Eén punt kan worden toegekend als de hoofdaannemer heeft voldaan aan de eisen in Checklist A1, waarbij de bouwplaats op een onafhankelijke manier door de assessor is getoetst en waar wordt voldaan aan zes items van elk van de vier categorieën van checklist A1 (zie Bijlage 1).
Monitoren milieuimpact van de bouwplaats
- Om de milieu-impact van de bouwplaats te monitoren moet vanuit milieuoogpunt verantwoord bouwplaats beheer worden gestimuleerd in termen van milieubewust materiaalgebruik, beperking van energie- en watergebruik. Verantwoordelijkheid is toegewezen aan de duurzaamheidsmanager voor monitoring, registratie en rapportage van energiegebruik, waterverbruik en transportgegevens (waar gemeten) als gevolg van alle on-site processen (en specifieke off-site monitoring) gedurende het project. Om een degelijke verzameling van informatie te waarborgen, moet deze persoon de juiste autoriteit en verantwoordelijkheid hebben om de vereiste gegevens op te vragen en te raadplegen.
Eén punt - Verbruik van nutsvoorzieningen (verplicht vanaf de kwalificatie Excellent)
Energiegebruik
- Criterium 8 is behaald.
- Er wordt voldaan aan de onderdelen voor ‘Energiegebruik’ uit checklist A11 (zie Bijlage 6).
- Rapporteer de totale uitstoot van CO₂, NOx en fijnstof tijdens de bouwfase in de assessmenttool.
Waterverbruik
- Criterium 8 is behaald.
- Er wordt voldaan aan de onderdelen voor ‘Waterverbruik’ uit checklist A11 (zie Bijlage 6).
- Rapporteer het totale netto waterverbruik (m³), als het verbruik min het gerecycled waterverbruik in de assessmenttool.
Eén punt - Transport van bouwmateriaal, grondwerk en afval (verplicht vanaf de kwalificatie Outstanding)
-
Criterium 8 is behaald.
-
Er wordt voldaan aan de onderdelen voor ‘Vervoer naar de bouwplaats’ uit checklist A11 (zie Bijlage 6).
-
Rapporteer afzonderlijk voor materiaal, grondwerk en afval, het totale transport gerelateerde CO₂, NOx en fijnstof uitstoot in de assessmenttool.