BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw v6.1.1

#

CRITERIA

TOEPASBAAR

OP ANTWOORD

CRITERIA VOOR VRAAG 1 en 2

1

Er wordt gewaarborgd dat de uitkomsten van het onderzoek worden geëvalueerd en indien nodig verbeterpunten zijn opgesteld én zijn voorgelegd aan het hoger management binnen de organisatie.

B, C en E

2

De temperatuur wordt in een representatief aantal verblijfsruimten, tijdens openingstijden van het gebouw gedurende het hele jaar gemeten.

Metingen kunnen bijvoorbeeld worden uitgevoerd doormiddel van real-time temperatuursensoren of temperatuur-datalogger.

B

3

Het thermisch comfort in verblijfsruimten wordt gemeten in overeenstemming met een van de onderstaande methodieken of een gelijkwaardige methodiek:

ISSO 74, waarbij minimaal Klasse B behaald wordt.

OF

NEN-ISO 7730, waarbij in Tabel A.1 – Operatieve temperatuur – categorie B temperatuureis: - 0,5 < PMV < +0,5 behaald wordt.

C

4

Het tevredenheidsonderzoek naar het thermische comfort in de verblijfsruimten moet minimaal één keer per jaar worden uitgevoerd.

Dit onderzoek kan onderdeel zijn van het tevredenheidsonderzoek zoals benoemd in MAN 02.

E

5

Alle gebouwgebruikers of een representatieve steekproef hiervan moeten de mogelijkheid krijgen om deel te nemen aan het onderzoek. Om punten te behalen moet er een responspercentage van minimaal 35% worden behaald. Als er minder dan 45 gebouwgebruikers zijn dan beoordeelt de Assessor of het aantal respondenten representatief is.

E

EIS GEBRUIKSFUNCTIE

CRITERIA

Onderwijsfunctie

Er moet voldaan worden aan de eisen voor Klasse B uit het Programma van eisen Frisse Scholen (2021).

Sportfunctie

Borging van thermisch comfort bij zwembaden geschiedt op basis van NEN EN 15288-1.

Voor zwembaden kan worden volstaan met statische berekeningen. De criteria zijn niet van toepassing op een sauna of wellness.

Industriefunctie - Laboratoria

Voor laboratoria zijn dezelfde eisen al in criterium 2 van toepassing, behalve in ruimten waar het thermisch comfort voor personen ondergeschikt is aan de procesomstandigheden en waar de temperatuurgevoeligheid ≤±1,5 K bedraagt ​​ten opzichte van de normatieve waarde.

CRITERIA

VEREISTEN BEWIJSVOERING

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

1

Documentatie van evaluatie en/of verbeterpunten die zijn voorgelegd aan het hoger management.

2 en 3

Meetgegevens (indien van toepassing uitgevoerd conform methodiek van derde partij).

4 en 5

Relevante stukken uit tevredenheidsonderzoek en responsepercentage. 

ENQUÊTE VRAAG

ANTWOORDEN

1.

Hoe tevreden bent u met de temperatuur in de verblijfsruimten?

1. Zeer tevreden
2. Tevreden
3. Enigszins tevreden
4. Niet tevreden maar ook niet ontevreden
5. Enigszins ontevreden
6. Ontevreden
7. Zeer ontevreden

2.

Als u ontevreden bent met de temperatuur in de verblijfsruimten, welke van de volgende aspecten dragen daar dan aan bij (vink aan wat van toepassing is):

• Tijdens warm weer, is de temperatuur in de verblijfsruimten:
• Tijdens koud weer, is de temperatuur in de verblijfsruimten:

1. Altijd te warm
2. Vaak te warm
3. Af en toe te warm
4. Af en toe te kou
5. Vaak te koud
6. Altijd te koud

3.

Als u ontevreden bent met de temperatuur in de verblijfsruimten, wanneer is dit dan meestal een probleem (vink alles aan dat van toepassing is)?

1. In de ochtend (voor 11:00)
2. In de middag (tussen 11:00 -14:00)
3. In de namiddag (tussen 14:00 -17:00)
4. In de avond (na 17:00)
5. Weekenden of vakanties
6. Maandagochtend
7. Geen specifieke tijd
8. Altijd
9. Anders

4.

Als u ontevreden bent met de temperatuur in de verblijfsruimten, hoe zou u de oorzaak van dit ongemak dan beschrijven (vink alles aan dat van toepassing is)?

1. Luchtvochtigheid te hoog (damp)
2. Luchtvochtigheid te laag (droog)
3. Luchtbeweging/Ventilatie te hoog
4. Luchtbeweging/Ventilatie te laag
5. Invallende zon
6. Warmte afkomstig van apparatuur
7. Tocht via ramen
8. Tocht via ventilatieopeningen.
9. De verblijfsruimte is warmer/kouder dan andere ruimten.
10. Thermostaat is ontoegankelijk
11. Thermostaat wordt aangepast door andere mensen.
12. Verwarming-/koelingsysteem reageert niet snel genoeg op de thermostaat.
13. Warme of koude omringende oppervlakken (vloer, plafond, muren of ramen).
14. Ramen functioneren niet goed.
15. Anders.

5.

Als u ontevreden bent over de temperatuur in de verblijfsruimten, welke nog niet genoemde aspecten dragen daar dan volgens u aan bij?

Beschrijf eventuele andere problemen met betrekking tot de temperatuur in de verblijfsruimten.