Verbetering van materiaalgebruik
De bouwsector is wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan 30% van de uitstoot van broeikasgassen en verbruikt jaarlijks drie miljard ton grondstoffen. De verdeling van de totale CO2-uitstoot op aarde laat zien dat 55% hiervan afkomstig is van de productie en bewerking van vijf veelgebruikte bouwmaterialen: staal (25%), cement (19%), papier (4%), kunststof en aluminium (3%).
Het verbeteren van het materiaalgebruik is een van de belangrijkste doelstellingen voor efficiënt grondstoffengebruik. Deze credit moedigt aan om het gebruik van materialen in het gebouwontwerp te beperken. Door materialen efficiënt te gebruiken en afval te voorkomen, kan de uitputting van natuurlijke hulpbronnen worden verminderd. BRE is van plan de beoordelingscriteria voor deze credit verder te ontwikkelen in toekomstige updates van BREEAM en waardeert feedback over de toepassing van deze credit.
Standaard en tool – BS 8895
De Britse standaard BS 8895: Designing for Material Efficiency in Building Projects – Part 1: Code of Practice for Strategic Definition and Preparation and Brief (BSI, 2013) beschrijft de kerntaken van teamleden en hun verantwoordelijkheden voor materiaalefficiëntie in elke fase van het project. De standaard biedt ook richtlijnen en tools die het ontwerpteam kunnen helpen bij het ontwikkelen en uitvoeren van een strategie voor materiaalefficiëntie. Dit maakt de standaard een nuttige tool voor het ontwerpteam.
Keuzemoment voor het materialiseren
Tijdens het ontwerp van een gebouw worden op verschillende momenten keuzes gemaakt voor de materialen. In een vroeg stadium wordt bijvoorbeeld het materiaal voor de draagconstructie gekozen, terwijl in een later stadium de keuzes voor de afwerkingen en de installaties worden gemaakt.
Bij deze materiaalkeuzes is het belangrijk om duurzaamheid in overweging te nemen. Deze credit is bedoeld om dat proces te volgen en te controleren. Het doel is om aan te tonen dat milieu-eigenschappen meespelen bij het maken van materiaalkeuzes.
In de credit wordt aangesloten bij de fasen zoals beschreven in de standaardtaakbeschrijving van de DNR-STB 2014. Het project is echter niet verplicht om deze indeling strikt te volgen. De genoemde fasen moeten als richtlijnen worden gezien. Het kan zijn dat voor bijvoorbeeld het bouwkundige ontwerp en het installatietechnische ontwerp de fasen op andere momenten plaatsvinden. Het is aan het projectteam om te bepalen wanneer welke fase wordt uitgevoerd.