BREEAM-NL Nieuwbouw en renovatie utiliteit v6.1.1

ENE 03 Energiezuinige buitenverlichting

Het stimuleren van energie-efficiënt lichtontwerp voor de buitenverlichting van gebouwen.

Beschikbare punten 1
Minimale vereiste Nee
Verplicht vanaf Nee
Projectgebonden Ja
Filtercredit Nee
Exemplary performance Nee

De credit bestaat uit twee delen:

  • Geen buitenverlichting (één punt);
  • Energiezuinige buitenverlichting (één punt).

Toon aan dat aan de volgende criteria wordt voldaan:

Eén punt - Geen buitenverlichting

  1. Er is geen buitenverlichting aangebracht (CN3)

OF

Wanneer er wel buitenverlichting is aangebracht moet aan onderstaande criteria worden voldaan:

Eén punt - Energiezuinige buitenverlichting

  1. Het gecombineerde oppervlak van de aangelichte gevels samen mag de gemiddelde vermogensdichtheid van 0,5 W/m2 niet overschrijden.
     
  2. Het verlichte deel van het terrein heeft een gemiddeld specifieke vermogensdichtheid van maximaal 0,1 W/lux/m2.
     
  3. Alle buitenverlichting is voorzien van automatische aan- en uitschakeling (CN4).

Geen.

Referentie

onderwerp

omschrijving

Toepassingsgebied

CN1

Toepasbaarheid van de criteria

In hoofdstuk 3.2 Tabel 6 staat het toepassingsgebied voor elk criterium, per gebruiksfunctie en projecttype. Criteria die niet van toepassing zijn, worden daar weergegeven. Aanvullende of aangepaste criteria voor een specifiek projecttype en gebruiksfunctie staan in de aanvulling op de criteria van de credit.

Algemeen

CN2

Sociale veiligheid

De buitenverlichting mag geen lichtniveau hebben dat afbreuk doet aan de sociale veiligheid op de terreinen rond het gebouw. Als voldaan wordt aan de criteria van HEA 02 voor buitenverlichting, is automatisch verzekerd dat het lichtniveau geen afbreuk doet aan de sociale veiligheid.

CN3

Geen buitenverlichting

Als er geen buitenverlichting is toegepast, moeten de buitenruimtes en de binnenverlichting van het gebouw zo worden ontworpen dat de sociale veiligheid gewaarborgd is door de binnenverlichting, zonder dat extra buitenverlichting nodig is. Daarnaast mag er geen buitenverlichting worden gebruikt voor gevelverlichting (het aanstralen van de gevel) of extra verlichting bij de ingang.

CN4

Automatisch aan- en uitschakelen

Het inschakelen van de buitenverlichting gebeurt via een schemerschakeling, zodat de verlichting automatisch wordt aangepast aan de lengte van de dagen. Het uitschakelen gebeurt door middel van een tijdschakelaar. Onder uitschakelen wordt ook verstaan het dimmen van de verlichting naar het minimaal vereiste en genormeerde niveau. Uitzonderingen op het automatisch aan- en uitschakelen zijn toegestaan, bijvoorbeeld in noodsituaties. Het gebruik van een handschakelaar om de verlichting handmatig aan of uit te schakelen leidt niet tot afwijzing van de credit. Dit geldt ook voor aanwezigheidsdetectie in verband met inbraakbeveiliging en sociale veiligheid, mits deze beperkt is tot de verlichtingspunten rond het gebouw en/of op plaatsen waar dit vanuit inbraakbeveiliging of sociale veiligheid noodzakelijk of gewenst is.

CN5

Lichtmanagementsysteem

Wanneer een lichtmanagementsysteem aanwezig is, bijvoorbeeld in de vorm van een gebouwbeheersysteem (GBS), mag de verlichting ook automatisch worden geschakeld op basis van een berekening van zonsopgang en zonsondergang.

Vermogensdichtheid
De vermogensdichtheid wordt gedefinieerd als het totale vermogen van alle geïnstalleerde armaturen gedeeld door het verlichte gebied of het geveloppervlak. Voor elk armatuur moet het vermogen van de complete armatuur (inclusief lichtbron en driver) worden berekend, zoals vermeld in de specificatiebladen van de fabrikant.

Opmerking: LED-lichtbronnen zijn meestal een integraal onderdeel van het armatuur (LED-armaturen). De specificatiebladen van de fabrikant geven daarom het gecombineerde vermogen van zowel de lichtbron als de driver aan.

Gemiddelde vermogensdichtheid = P [W] / A [m²]

Tabel ENE 03.1 Gemiddelde vermogensdichtheid

Term

Omschrijving

P

Totaal vermogen van toegepast armaturen binnen A inclusief drivers en voorschakelapparatuur

A

Representatief te verlichting oppervlakte

Specifieke vermogensdichtheid
De specifieke vermogensdichtheid wordt gedefinieerd als het totale vermogen van alle geïnstalleerde armaturen gedeeld door het verlichte gebied of geveloppervlak, en gedeeld door het verlichtingsniveau.

Voor elke armatuur moet het vermogen van de complete armatuur (lichtbron en driver) worden berekend, zoals vermeld in de specificatiebladen van de fabrikant.

De formule luidt: Gemiddelde specifieke vermogensdichtheid = ∑ ( P [W] / Eh,doel [lux] ) / A [m²]

Tabel ENE 03.2 Gemiddeld specifiek vermogensdichtheid

Term

Omschrijving

P

Totaal vermogen van de toegepaste armaturen binnen A inclusief drivers en voorschakelapparatuur

Eh,doel

De gemiddelde horizontale normverlichtingssterkte voor het gebied

A

Representatief te verlichten oppervlakte

Criteria

Ontwerpfase

Opleverfase

Alle

Met één of meer bewijsstukken, zoals vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM-NL Bewijsmateriaal, moet worden aangetoond dat het project aan de criteria voldoet.

Geen.

Geen.

Geen.

Home