BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw v6.1.1

ENE 18 Energie-efficiënte liften, roltrappen en rolpaden

Het verminderen van het energiegebruik in de gebruiksfase, en hiermee de CO2-uitstoot, door energie-efficiënte liften, roltrappen en rolpaden.

Deel Asset
Maximaal punten 2
Exemplary Performance -
Verplicht vanaf -
Vraag: Zijn de liften, roltrappen en rolpaden in het gebouw energie-efficiënt?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer alle antwoordopties die van toepassing zijn
0 A. Nee.
1 B. Alle liften zijn energie-efficiënt.
1 C. Alle roltrappen en rolpaden zijn energie-efficiënt.

#

CRITERIA

TOEPASBAAR

OP ANTWOORD

FILTER

1

Zijn er geen liften aanwezig, dan kan de antwoordoptie uit het assessment worden gefilterd.

B

2

Zijn er geen roltrappen en rolpaden aanwezig, dan kan de antwoordoptie uit het assessment worden gefilterd.

C

CRITERIA VOOR VRAAG

3

Een lift is energiezuinig als aan alle onderstaande punten wordt voldaan:

  1. De meting is door een onafhankelijke instantie uitgevoerd.
  2. De meting is niet langer dan 5 jaar geleden uitgevoerd.
  3. Het gemeten energiegebruik heeft geresulteerd in minstens een energielabel C, waarbij de meting is uitgevoerd op basis van NEN-EN ISO 25745-2 of VDI 4707-1.

B

4

Roltrappen en rolpaden zijn energie-efficiënt als aan alle onderstaande punten wordt voldaan:

  1. De meting is door een onafhankelijke instantie uitgevoerd.
  2. De meting is niet langer dan 5 jaar geleden uitgevoerd.
  3. Het gemeten energiegebruik heeft geresulteerd in minstens energielabel C, waarbij de meting is uitgevoerd op basis van NEN-EN- ISO 25745-3.
  4. Er een stand-bysysteem aanwezig is, waarbij de roltrap/het rolpad automatisch uitschakelt en tot stilstand komt als deze gedurende een langere periode niet wordt gebruikt (‘auto start’) OF bij roltrappen en rolpaden die gedurende de dag veelvuldig worden gebruikt draaien de systemen op lage snelheid (‘slow speed’).

C

5

Als er meerdere liften, roltrappen of rolpaden van hetzelfde type en bouwjaar aanwezig zijn dan is voor de meting een steekproef van de systemen voldoende. Voor de lift moet minimaal de lift met de kortste verdiepingsafstand worden opgenomen in de steekproef van de meting.

B en C

6

Voor liften, roltrappen en rolpaden die minder dan 5 jaar oud zijn, kan een berekening door de producent/fabrikant van het verwachte energielabel als een gelijkwaardige meting worden gezien.

B en C

Geen.

Geen.

Uitgesloten systeemtypen

De volgende transportsystemen kunnen buiten beschouwing worden gelaten, als dit de enige aanwezige liften in de asset zijn dan kan de filter voor liften worden aangezet:

  • Kabelinstallaties, inclusief kabelbanen, voor openbaar of particulier personenvervoer.
  • Liften die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor militaire doeleinden of het handhaven van de orde.
  • Toneelhefwerktuigen.
  • Liften die in voervoermiddelen zijn ingebouwd.
  • Tandradbanen.
  • Bouwliften.
  • Rolstoelliften en trapliften.
  • Historische liften, zoals liften die voor 1970 zijn geïnstalleerd, die grotendeels nog in de originele staat verkeren.

CRITERIA

VEREISTEN BEWIJSVOERING

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

3, 4, 5 en 6

Een overzicht met de locatie van de liften, roltrappen en rolpaden.

3, 4, 5 en 6

Documentatie/foto’s van het type lift, roltrap en rolpaden.

3

Het gemeten energiegebruik van de liften conform NEN-EN-ISO 25745-2 of VDI 4707-1.

4

Het gemeten energiegebruik van de roltrappen en rolpaden conform NEN-EN-ISO 25745-3 en documentatie van het aanwezige ‘auto start’ of ‘slow speed’ systeem.

3 en 4

Documentatie omtrent de onafhankelijkheid van organisatie de meting uitvoert.

6

Documentatie van de producent/fabrikant met de berekening van het verwachte energielabel.

Lift

Een transportsysteem dat met een kooi langs vaste, meer dan 15 graden hellende leiders beweegt (ten opzichte van het horizontale vlak), dat bestemd is voor vervoer van:

  • Personen
  • Personen en goederen
  • Uitsluitend goederen als de kooi betreedbaar is. Dat wil zeggen dat een persoon er zonder moeite in kan, en het systeem is uitgerust met bedieningsorganen. Die moeten zich in de kooi of binnen het bereik van de persoon bevinden, die in de lift zit.
  • Liften die een vaste route volgen en een liftsnelheid van groter dan 0,15 m/s hebben die niet langs leiders bewegen, zijn ook onderdeel van de credit (zoals schaarliften).

Roltrap

Een diagonaal transportsysteem, bestaande uit een trap met omhoog- of omlaag schuivende treden.

Rolpad

Transportsystemen met horizontaal of diagonaal bewegend oppervlak waar personen op kunnen staan of lopen.

Geen.

Geen.

Home