Referentie
|
onderwerp
|
omschrijving
|
Toepassingsgebied
|
CN1
|
Toepasbaarheid van de criteria
|
In hoofdstuk 3.2 Tabel 6 staat het toepassingsgebied voor elk criterium, per gebruiksfunctie en projecttype. Criteria die niet van toepassing zijn, worden daar weergegeven. Aanvullende of aangepaste criteria voor een specifiek projecttype en gebruiksfunctie staan in de aanvulling op de criteria van de credit.
|
Algemeen
|
CN2
|
Toepassen van biophilic design
|
In de ontwerpfase moet voor alle veertien onderdelen van Biophilic Design worden overwogen hoe deze op integrale wijze in het gebouw en de directe omgeving kunnen worden opgenomen. Om aan het doel van de credit te voldoen, is het belangrijk om een integraal biophilic design te creëren. Het toepassen van één of enkele onderdelen alleen maakt het nog geen Biophilic Design. Alle gebouwgebruikers moeten de toegepaste onderdelen kunnen ervaren. Voor elk onderdeel van Biophilic Design zijn meerdere maatregelen binnen hetzelfde gebouw mogelijk.
|
CN3
|
Biophilic Design: Drie categorieën en veertien onderdelen
|
De veertien onderdelen van biophilic design zijn in te delen in drie categorieën:
- Direct contact met de natuur of natuurlijke elementen.
- Indirect contact met de natuur door middel van voorstellingen van de natuur.
- Het beleven van plaats en ruimte, met natuurlijke ruimtelijke condities.
Praktische voorbeelden per kenmerk zijn te vinden in het tabblad ‘’Hulp’’ van de online richtlijn.
|
CN4
|
Onderdelen van categorie A: Direct contact met de natuur of natuurlijke elementen
|
- Directe visuele verbinding: Zicht op natuurlijke, levende ecosystemen en natuurlijke elementen, materialen en processen.
- Niet-visuele verbinding met de natuur: Verbinding met de natuur via andere zintuigen, zoals auditieve, tastbare, geur- of smaakprikkels die verwijzen naar de natuur, levende ecosystemen of natuurlijke elementen, materialen en processen.
- Niet-ritmische zintuiglijke prikkels: Prikkels uit de natuur die statistisch kunnen worden geanalyseerd, maar niet precies kunnen worden voorspeld.
- Warmte en luchtvariabiliteit: Subtiele veranderingen in luchttemperatuur, relatieve vochtigheid en luchtstroom over de huid die natuurlijke omgevingen nabootsen.
- Aanwezigheid van water: Het zien, horen of aanraken van (bewegend) water.
- Dynamisch en diffuus licht: Wisselende intensiteit van licht en schaduw die natuurlijke omstandigheden creëren en/of nabootsen.
- Natuurlijke systemen: Bewustwording van natuurlijke processen en seizoensgebonden en tijdelijke veranderingen in een ecosysteem.
|
CN5
|
Onderdelen van categorie B: Indirect contact met de natuur, voorstellingen van de natuur
|
- Biomorfische vormen en patronen: Symbolische verwijzing naar de contouren, patronen, texturen of numerieke ordening die in de natuur voorkomen.
- Materialen: Gebruik van natuurlijke materialen die de lokale ecologie en geologie weerspiegelen.
- Complexiteit en orde: Zintuiglijke informatie die vergelijkbaar is met de ruimtelijk hiërarchie in de natuur.
|
CN6
|
Onderdelen van categorie C: Het beleven van plaats en ruimte, natuurlijke ruimtelijke condities
|
- Toevluchtsoord: Een plek waar je je kunt terugtrekken en bescherming vindt.
- Vergezicht: Een onbelemmerd uitzicht over een afstand, wat een gevoel van overzicht en veiligheid biedt.
- Onbekendheid: De belofte van nieuwe ontdekkingen en informatie, waardoor je dieper in de omgeving wil verkennen.
- Risico en gevaar: Een identificeerbare dreiging, gecombineerd met betrouwbare beveiliging.
|
CN7
|
Ervaren van Onderdelen van Biophilic Design
|
Bij het ervaren van onderdelen van Biophilic Design wordt bedoeld dat de gebruiker de toegepaste maatregel kan waarnemen zonder actief te hoeven handelen. Voor 80% van de verblijfsruimtes geldt dat minimaal twee onderdelen (voor EP 4) direct ervaarbaar moeten zijn vanuit elke plek in de verblijfsruimte.
Het is niet nodig dat de ervaren onderdelen op elke plek hetzelfde zijn; ze kunnen verschillen zolang het minimale aantal wordt behaald.
In enkele gevallen kan een maatregel bijdragen aan het ervaren van meerdere onderdelen, maar in dat geval telt de maatregel slechts voor één onderdeel.
|