BREEAM-NL In-Use Utiliteitsbouw v6.1.1

#

Criteria

Toepasbaar

op antwoord

FILTER

1

Worden er in de asset geen koudemiddelen gebruikt, of alleen kleine hermetisch gesloten systemen (koelmiddelvulling in elk systeem is ≤5kg), dan kan deze credit uit het assessment worden gefilterd.

A, B, C en D

CRITERIA VOOR VRAAG

2

Relevante koelinstallaties en -systemen die koudemiddelen gebruiken omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

• Vries- en koelcellen.
• Koelingen, inclusief koelvitrines, -toonbanken, -eilanden en wand- koelingen voor etenswaren, maar exclusief residentieel witgoed (bijv. koelkasten en vriezers).
• Comfortkoeling en verwarming (bijv. warmtepompen).
• Proces gerelateerde koeling (bijv. servers/IT apparatuur).

B, C en D

3

Deze credit is alleen van toepassing op de koudemiddelen die gebruikt worden in de installaties die in of op de asset zijn geïnstalleerd.

B, C en D

Criteria

Vereisten bewijsvoering

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

1

Bevestiging van de gebouwbeheerder/-eigenaar dat zich in de asset geen installaties bevinden waarin koudemiddelen worden toegepast, of dat de installaties een maximale vulling van ≤5 kg hebben.

2 en 3

Handleidingen of onderhoudsplannen waarin de installatie van het lekdetectiesysteem is beschreven, of een locatiebezoek.

2 en 3

Bevestiging van de fabrikant dat het risico op lekkages minimaal is of dat lekkages een minimale impact hebben, bij het toepassen van de geleverde milieu- en natuurvriendelijke koudemiddelen.