De credit bestaat uit vijf delen:
- Interne geluidsisolatie (één punt);
- Ruimte akoestiek (één punt);
- Gevelgeluidwering (één punt);
- Installatiegeluidniveau (één punt);
- Verlagen van de spraakverstaanbaarheid in kantoren (EP-punt).
Toon aan dat aan de volgende criteria wordt voldaan:
Eén punt - Interne geluidsisolatie
- Alle verblijfsruimtes voldoen aan de grenswaarden voor interne geluidsisolatie, conform Tabel HEA 06.1. Er worden isolatie-eisen gesteld aan zowel de overbrenging van ‘luchtgeluid’ als contactgeluid. Aan beide moet worden voldaan.
- Een gekwalificeerde akoestisch adviseur voert metingen van de geluidisolatie uit met gekalibreerde apparatuur om te controleren of de relevante ruimtes aan de grenswaarden voldoen. In ruimtes waar de grenswaarde wordt overschreden, zijn aanvullende maatregelen nodig om aan de criteria te voldoen, voordat er opnieuw metingen worden gedaan voor oplevering en ingebruikname. Bij het bepalen van de gerealiseerde luchtgeluidisolatie (DnT,A – utiliteit) en het contactgeluidniveau (LnT;A) wordt de norm NEN 5077:2019 gehanteerd.
Eén punt - Ruimteakoestiek
- De gemiddelde nagalmtijd (T30), gemeten met middenfrequentie van 125 t/m 2.000 Hz (over de octaafbanden), moet voor de verschillende verblijfsruimtes voldoen aan de grenswaarden in Tabel HEA 06.2, met uitzondering van:
- De nagalmtijd in de 125 Hz octaafband mag maximaal 30% afwijken van het gemiddelde. In Tabel HEA06.2 zijn nagalmtijdeisen opgenomen voor een lege (niet-ingerichte) ruimte. Hiermee wordt geborgd dat de ruimte ook zonder inrichting een bepaalde ruimte-akoestische basiskwaliteit heeft.
- Voor sportaccommodaties geldt de NOCNSF code norm ISA-US-BF1 (mei 2005) en de NOCNSF testnorm ISA-N/A1.1 (juni 2005), of de KVLO-normen voor gymnastieklokalen, waarin de gemiddelde nagalmtijd (T20) over de octaafbanden van 125 Hz t/m 4.000 Hz moet worden aangehouden. Zie Tabel HEA 06.3.
- Een gekwalificeerde akoestisch adviseur voert nagalmtijdmetingen uit met gekalibreerde apparatuur om te controleren of de relevante ruimtes aan de grenswaarden voldoen. In ruimtes waar de grenswaarde wordt overschreden, zijn aanvullende maatregelen nodig om aan de criteria te voldoen, voordat er opnieuw metingen worden gedaan voor oplevering en ingebruikname. Voor de bepaling van de gerealiseerde nagalmtijd wordt de norm NEN 5077:2019 gebruikt. Voor metingen van de afstandsverzwakking van geluid wordt ISO 3382-3 gebruikt, naast NEN 5077:2019.
Eén punt - Gevelgeluidwering
- Voor de gevel van het gebouw zijn akoestische berekeningen uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO 12354-3:2017 en NPR 5272:2003 + C1:2005. Hiermee moet worden aangetoond dat de karakteristieke geluidswering van de gevel (GA,k) tegen geluidbelasting van buitenaf in alle verblijfsgebieden van het gebouw voldoet aan de eisen in Tabel HEA 06.4.
- Deze eisen gelden voor zowel wegverkeerslawaai als spoorweglawaai. Voor industrielawaai mogen 2 dB minder strenge eisen worden gehanteerd. Uitgangspunt is een geluidsbelasting in de vorm van Lden in dB voor wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Voor industrielawaai moet de etmaalwaarde Letmaal in dB(A) als uitgangspunt te worden genomen.
- Voor de geluidbelasting per type geluidbron (wegverkeer en railverkeer) moet worden uitgegaan van de gecumuleerde Lden-waarden van alle omliggende (spoor)wegen, inclusief wegen met een snelheid van 30 km/u en trams.
- Voor luchtvaartlawaai worden de eisen uit het BBL 2012 minus 3 dB aangehouden.
- Een gekwalificeerde akoestisch adviseur voert binnen en buiten het gebouw geluidmetingen uit met gekalibreerde apparatuur om te controleren of de relevante ruimtes aan de grenswaarden voldoen. In ruimtes waar de grenswaarde wordt overschreden, zijn aanvullende maatregelen nodig om aan de criteria te voldoen, voordat er opnieuw metingen worden gedaan voor oplevering en ingebruikname. Voor de bepaling van het gerealiseerde geluidsniveau van de gevel wordt de norm NEN 5077:2019 gebruikt.
Eén punt - Installatiegeluidniveau
- Voor het gebouw zijn akoestische berekeningen uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO 12354-3:2017 en NEN 5077:2019. Hieruit blijkt dat het installatiegeluidniveau (LI,A – utiliteit), gebaseerd op alle gebouwgebonden installaties (binnen en buiten), voldoet aan de eisen in Tabel HEA 06.5.
- De grenswaarden van LI,A gelden voor alle continu werkende installaties, zoals mechanische ventilatie, warmteopwekking en warmteterugwinning. Dit betreft een gelijkwaardig achtergrondgeluidniveau, waarbij wordt aangenomen dat terugkerende piekgeluiden niet meer dan 10 dB luider zijn. Voor niet-continue installatiegeluiden, zoals liftgeluiden of geluiden van sanitair, geldt in Tabel HEA 06.5 de eis voor het maximale geluidniveau (LI,A,max). De eisen voor LI,A en LI,A,max zijn gebaseerd op de octaafbanden met middenfrequenties van 63 Hz tot 8.000 Hz.
- De grenswaarden van LI,A gelden voor alle continu werkende installaties, zoals mechanische ventilatie, warmteopwekking en warmteterugwinning. Dit betreft een gelijkwaardig achtergrondgeluidniveau, waarbij wordt aangenomen dat terugkerende piekgeluiden niet meer dan 10 dB luider zijn. Voor niet-continue installatiegeluiden, zoals liftgeluiden of geluiden van sanitair, geldt in Tabel HEA 06.5 de eis voor het maximale geluidniveau (LI,A,max). De eisen voor LI,A en LI,A,max zijn gebaseerd op de octaafbanden met middenfrequenties van 63 Hz tot 8.000 Hz.
- Een gekwalificeerde akoestisch adviseur voert in het gebouw installatiegeluidmetingen uit met gekalibreerde apparatuur om te controleren of de relevante ruimtes aan de grenswaarden voldoen. In ruimtes waar de grenswaarde wordt overschreden, zijn aanvullende maatregelen nodig om aan de criteria te voldoen, voordat er opnieuw metingen worden gedaan voor oplevering en ingebruikname. Voor de bepaling van het gerealiseerde geluidniveau van installaties wordt de norm en richtlijn NEN 5077:2019 gebruikt.