Gevaarlijke chemische stoffen
PGS 15 betreft de publicatie Gevaarlijke Stoffen. De PGS 15 geeft richtlijnen over de manier van opslag en tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid.
De opvangcapaciteit van de gevaarlijke vloeistoffen moet tenminste 110% zijn van het volume van de grootste verpakking binnen de opslagvoorziening. Als 110% van de grootste verpakking minder is dan 10% van het totale volume van verpakkingen, dan moet 10% van het totale volume van verpakkingen worden aangehouden.
Als de gevaarlijke stoffen die opgeslagen worden in het gebouw vallen onder de hieronder beschreven karakteristieken dan behoort men de maatregelen vermeld in PGS 15 toe te passen. Voor verdere verduidelijking valt aan te raden om paragraaf 1.2 Toepassingsbereik van de richtlijn uit de PGS 15 verder door te lezen.
Hieronder een ingekort overzicht van toepasbare stoffen binnen de PGS-maatregelen:
- Spuitbussen
- UN 2037 houders
- Gasflessen met verstikkende, oxiderende of brandbare stoffen
- Gasflessen met ammoniak en ethyleenoxide
- Stoffen die vallen onder classificatiecode M6 en M7 (UN-nummer3082 en UN-nummer 3077)
- Stoffen die ingedeeld zijn in gevarenklassen acute toxiciteit (oraal, dermaal en inhalatie)
- Categorie 1 en 2 (H300, H310, H330)
- Categorie 3 (H301, H311, H331)
Daarbuiten is het van belang bewust te zijn van de hoeveelheden die worden opgeslagen van de stoffen. Hiervoor heeft de PGS 15 richtlijn een overzicht gemaakt met verschillende ondergrenzen in hoeveelheden. Deze zijn in te zien in paragraaf 1.2.1 ondergrenzen van de PGS 15. Vanaf de vermeldde hoeveelheden is het de bedoeling dat de PGS 15 wel toegepast wordt. Onder dit getal is er wettelijk bepaalt dat vrijstelling mogelijk is.