BREEAM-NL In-Use Woningen v6.1.1

#

CRITERIA

TOEPASBAAR

OP ANTWOORD

1

Assets met mechanische luchttoevoer

Alle luchtinlaten van de mechanische ventilatie zijn ten minste 10 meter horizontaal verwijderd van ‘externe bronnen van luchtverontreiniging’, dit is inclusief de luchtafvoervoorziening van het gebouw en andere gebouwen. In afgesloten ruimtes, zoals binnenplaatsen, waar zich ook luchtinlaten bevinden, zijn geen luchtafvoer of andere luchtverontreinigingsbronnen aanwezig.

OF

De verdunningsfactor voor de luchttoevoer is in overeenstemming met een van de volgende normen:

• 0,01 voor luchtverversing bepaald met NEN 8087
• 0,01 voor afvoer van rookgas bepaald met NEN 2757-2

B

2

Assets met natuurlijke ventilatie of natuurlijke toevoer

De ventilatieroosters en de te openen (dak) ramen en deuren zijn minimaal 10 meter horizontaal verwijderd van ‘externe bronnen van luchtverontreiniging’. Hieronder valt ook de rookgasafvoer van de eigen en andere gebouwen. In afgesloten ruimten, zoals binnenplaatsen, waar zich ook luchtinlaten bevinden, zijn geen luchtafvoer en/of andere luchtverontreinigingsbronnen aanwezig.

B

3

De bewoner beschikt (fysiek/online) over informatie waarop de werking van ventilatiesysteem is omschreven.

B

CRITERIA

VEREISTEN BEWIJSVOERING

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

1, 2 en 3

Plattegronden, foto’s of andere documentatie die de locaties van de luchttoevoer- en afvoerpunten, externe bronnen van vervuiling en de afstanden daartussen aangeeft.

3

Documentatie of foto’s van de wijze waarop de informatie over het ventilatiesysteem met de bewoner is gedeeld.