BREEAM-NL In-Use Woningen v6.1.1

#

CRITERIA

TOEPASBAAR

OP ANTWOORD

1

Assets met mechanische ventilatie

In mechanisch geventileerde ruimten, zijn de koolstofdioxide sensoren gekoppeld aan het mechanische ventilatiesysteem en zorgen voor vraag gestuurde ventilatie van de ruimte.

OF

De sensoren waarschuwen de gebouwgebruikers of gebouwbeheerder/gebouweigenaar zichtbaar of hoorbaar wanneer het koolstofdioxidegehalte het aanbevolen instelpunt overschrijdt.

B

2

Assets met natuurlijke ventilatie of natuurlijke ventilatie

In natuurlijk geventileerde ruimten moeten de koolstofdioxide sensoren de gebouwgebruikers of gebouwbeheerder/gebouweigenaar zichtbaar of hoorbaar waarschuwen wanneer het koolstofdioxidegehalte het aanbevolen instelpunt overschrijdt.

OF

De sensoren zijn gekoppeld aan bedieningselementen, met de mogelijkheid om de hoeveelheid verse lucht aan te passen. Bijvoorbeeld een systeem dat automatisch ramen opent of het afzuigventilatiedebiet opschaalt.

B

3

Sensoren moeten:

1. Worden geïnstalleerd, getest, gekalibreerd én worden onderhouden in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
2. Worden geplaatst om representatieve aflezingen te geven van de omstandigheden in de ruimten.
3. Aan de muur worden gemonteerd op een hoogte die overeenkomt met een gemiddelde zit- of stahoogte, die aansluit bij de hoofdactiviteit die in die ruimten wordt uitgevoerd.

B

4

De instellingen van installaties moeten voorkomen dat de kooldioxideconcentratie in de binnenlucht hoger is dan 800 ppm.

B

CRITERIA

VEREISTEN BEWIJSVOERING

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

1, 2, 3 en 4

Foto’s van de sensoren.

1, 2, 3 en 4

Documentatie, beleid of procedures over het onderhoud van de geïnstalleerde systemen.