BREEAM-NL In-Use Woningen v6.1.1

RSL 05 Alarmsystemen

Het zekerstellen dat de asset een passend bewakingssysteem heeft, om schade aan de asset en de bezittingen in de asset te voorkomen.

Deel Asset
Maximaal punten 4
Exemplary Performance -
Verplicht vanaf -
Vraag 1: Is de asset uitgerust met een goedgekeurde brandmeldinstallatie en is de installatie verbonden met een 24-uurs alarmcentrale?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer alle antwoordopties die van toepassing zijn
0 A. Nee.
1 B. Ja, er is een brandmeldinstallatie.
1 C. Ja, de brandmeldinstallatie is verbonden met een 24-uurs alarmcentrale.
Vraag 2: Is de asset uitgerust met een goedgekeurde inbraakalarminstallatie en is de installaties verbonden met een 24-uurs alarmcentrale?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer één antwoordoptie
0 D. Nee.
2 E. Ja, er is een inbraakalarminstallatie.

#

CRITERIA

TOEPASBAAR

OP ANTWOORD

CRITERIA VOOR VRAAG 1 en 2

1

Voor de brandmeld- en/of de inbraakalarminstallatie moet het alarm hoorbaar zijn als het wordt geactiveerd. Dit is om zeker te stellen dat de gebouwgebruikers gewaarschuwd worden.

B, C en E

2

De aanwezige brandmeldinstallatie is aangelegd in overeenstemming met NEN2535 en beschikt over een geldig Inspectiecertificaat volgens het CCV Inspectieschema Brandbeveiligingssysteem Versie 12.0.

B

3

De alarmcentrale waarmee de installatie is verbonden moet 24 uur per dag bemand zijn.

C

4

De aanwezige inbraakalarminstallatie is CCV-certificatieschema BORG-E of gelijkwaardig gecertificeerd, waarbij de beveiligingsmaatregelen zijn gebaseerd op de risicoklassen indeling uit de VRKI óf er is een certificaat volgens het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) ‘Bestaande Bouw’ behaald of gelijkwaardig.

E

Geen.

Geen.

Geen.

CRITERIA

VEREISTEN BEWIJSVOERING

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

1

Foto’s van de geïnstalleerde alarmsystemen.

3

Documentatie waarmee wordt aangetoond dat de alarminstallatie in de asset is verbonden met een 24 uur bemande alarmcentrale.

2 en 4

Een asset met een alarminstallatie vereist:

  • Documentatie die aantoont dat de inbraakalarminstallatie is goedgekeurd conform het CCV – certificatieschema BORG-E of gelijkwaardig, waarbij de beveiligingsmaatregelen zijn gebaseerd op de VRKI of Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) Bestaande Bouw behaald of gelijkwaardig.
  • Documentatie die aantoont dat de brandmeldinstallatie is aangelegd conform NEN 2535 en over een geldig Inspectiecertificaat conform het CCV-certificatieschema Leveren Brandmeldinstallaties.

Geen.

  • NEN 2535 – Brandveiligheid van gebouwen - Brandmeldinstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen.
  • Politiekeurmerk Veilig Wonen Bestaande Bouw.

Verbeterde Risico Klassenindeling (VRKI)

De VRKI is een instrument om het inbraakrisico van bedrijfsgebouwen en woningen te bepalen. Met een inventarisatie van de aanwezige goederen wordt de aantrekkelijkheid voor criminelen bepaald. Samen met de waarde van de goederen wordt de risicoklasse vastgesteld. Deze risicoklasse is bepalend voor het type en de zwaarte van de beveiligingsmaatregelen die de VRKI voorstelt.

Certificaten gelijkwaardig aan het 'CCV-certificaatschema BORG-E’:

•                VEB Beveiligingscertificaat.

Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) voor bestaande bouw

Het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) voor bestaande bouw is een keurmerk dat woningen en appartementsgebouwen certificeert op basis van inbraakpreventie. Het richt zich op het versterken van de beveiliging door maatregelen zoals het verbeteren van sloten, ramen, deuren en verlichting. Het keurmerk biedt advies over het aanbrengen van deze veiligheidsmaatregelen en vereist dat het gebouw voldoet aan specifieke inbraakwerende normen. Het behalen van het keurmerk verhoogd de veiligheid van het gebouw en draagt bij aan een veilige leefomgeving voor de bewoner.

Home