BREEAM-NL In-Use Woningen v6.1.1

HEA 17 Akoestisch comfort

Zekerstellen dat de asset een goed akoestisch binnenmilieu biedt, zodat bewoners een hoge mate van geluidcomfort hebben.

Deel Beheer
Maximaal punten 7
Exemplary Performance -
Verplicht vanaf -
Vraag 1: Is er bij de bewoners onderzocht hoe de akoestiek in de woning is?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer alle antwoordopties die van toepassing zijn
0 A. Nee.
2 B. Er is een akoestisch onderzoek uitgevoerd, en de akoestische omstandigheden zijn opgenomen in het tevredenheidsonderzoek onder bewoners.
2 C. Alle klachten gerelateerd aan ‘geluid’ zijn opgelost of er zijn bij het meest recente tevredenheidsonderzoek geen problemen met betrekking tot geluid benoemd.
Vraag 2: Is de akoestiek in de woning gemeten en geoptimaliseerd?
Punten Antwoordopties Antwoord

Selecteer alle antwoordopties die van toepassing zijn
0 D. Nee.
1 E. Ja, de grenswaarden zijn behaald voor minimalisering van de geluidsoverdracht tussen de woningen (naar een andere woning) en binnen dezelfde woning.
1 F. Ja, de grenswaarde is behaald voor de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied.
1 G. Ja, de grenswaarden zijn behaald voor het karakteristiek installatiegeluidniveau van binnen en buiten de woning. Indien van toepassing, is ook de grenswaarde behaald voor de geluidsabsorptie van de besloten gemeenschappelijke verkeersruimte(s).

#

CRITERIA

TOEPASBAAR

OP ANTWOORD

CRITERIA VOOR VRAAG 1

1

De vragen over het akoestisch comfort kunnen onderdeel zijn van het tevredenheidsonderzoek onder bewoners zoals in MAN 02 “Betrokkenheid en Feedback” wordt beschreven of kunnen een los onderzoek zijn. 

B

2

Klachten met betrekking tot geluid gerelateerd aan de woning of het woongebouw (zoals installaties en gehorigheid) moeten worden opgepakt door de gebouweigenaar/beheerder.

C

CRITERIA VOOR VRAAG 2

3

De akoestische metingen moeten zijn uitgevoerd door een daartoe opgeleid en gekwalificeerd akoestisch adviseur, in overeenstemming met de norm NEN 5077. Zie Methodiek over het aantal te meten woningen.

E, F en G

4

Het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) en gewogen contactgeluidniveau (LnT,A) tussen en binnen woningen voldoet aan de grenswaarden in tabel HEA 17.1.

E

5

De karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied (GA,k) tegen geluid van buitenaf voldoet aan de grenswaarden in tabel HEA 17.1. 

F

6

De geluidwering moet worden bepaald bij gesloten ramen, uitgaande van de beoogde hoeveelheid luchtverversing. Voor de geluidbelasting wordt uitgegaan van het in het omgevingsplan, de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of het besluit tot vaststelling van geluidproductieplafonds als omgevingswaarden bepaalde gezamenlijke geluid, bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (verkeer, industrie e.d.).

F

7

Het karakteristiek installatiegeluidniveau LI,A,k in een verblijfsgebied van een woning voldoet aan de grenswaarden in tabel HEA 17.1. Deze grenswaarde geldt zowel voor installaties binnen de woning (zoals mechanische voorziening voor luchtverversing of warmteterugwinning, of een installatie voor warmte- of koudeopwekking) als voor installaties buiten de woning (zoals toilet met waterspoeling, een kraan, een installatie voor warmte- of koudeopwekking, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift).

G

8

Het installatiegeluidniveau Li,A,k moet worden bepaald conform de norm NEN 5077.

G

9

Indien er een gesloten gemeenschappelijke verkeersruimte is (bijvoorbeeld bij een appartementencomplex, is de geluidsabsorptie van deze ruimte berekend conform de norm NEN-EN 12354-6. Hierbij gaat het om een verkeersruimte om de woning(en) te ontsluiten, exclusief vluchtroute of brandtrap.

G

Geen.

Tabel HEA 17.1 Grenswaarden akoestiek conform de NEN 5077 en NEN-EN 12354-6

ASPECTEN AKOESTIEK

GRENSWAARDEN

 

Het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) van een verblijfsruimte naar een andere verblijfsruimte van dezelfde woonfunctie

Gelijk of groter dan 32 dB

1

Het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende woonfunctie

Gelijk aan of groter dan 52 dB

Het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil (DnT,A,k) van een besloten ruimte naar een besloten ruimte van een aangrenzende woonfunctie

Gelijk aan of groter dan 47 dB

Het gewogen contactgeluid-niveau (LnT,A) van een verblijfsruimte naar een andere verblijfsruimte van dezelfde woonfunctie

Kleiner dan of gelijk aan 79 dB

Het gewogen contactgeluid-niveau (LnT,A) van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende woonfunctie

Kleiner dan of gelijk aan 54 dB

Het gewogen contactgeluid-niveau (LnT,A) van een besloten ruimte naar een besloten ruimte van een aangrenzende woonfunctie

Kleiner dan of gelijk aan 59 dB

De karakteristieke geluidswering van de gevel (GA,k) van de uitwendige scheidingsconstructie van verblijfsgebieden

GA,k ≥ buitengeluidniveau – 33 dB, met een minimum van 20 dB

1

Het karakteristieke installatiegeluidniveau in een verblijfsgebied (Li,A,k)

Kleiner dan of gelijk aan 30 dB

1

 

Geluidabsorptie in besloten gemeenschappelijke verkeersruimte voor het ontsluiten van woonfuncties

Niet kleiner dan 1/8 van de getalswaarde van de inhoud van die ruimte, uitgedrukt in m³, in elk van de octaafbanden met middenfrequenties van 250, 500, 1.000 en 2.000 Hz

 

De meting moet door een deskundig persoon worden uitgevoerd in overeenstemming met NEN 5077. Het is niet nodig om bij alle woningen binnen het assessment metingen uit voeren. Wel moet er altijd tussen 2 woningen worden gemeten. Binnen appartementen moet er zowel tussen, naast als boven elkaar gelegen woningen worden gemeten. Om een representatief beeld te krijgen van het akoestisch comfort moet het volgende worden aangehouden:

TYPE ASSET

AANTAL METINGEN 

Grondgebonden woningen

Minimaal 1 woning per woningtype*

 

*met woningtype wordt hier gedoeld op de verschillende soorten woningen die binnen één assessment kunnen voorkomen. Het gaat hier niet om een verschil in oppervlak maar eerder het verschil tussen een hoek- en tussenwoning of woningen die recent zijn gerenoveerd.

Appartementen

Minimaal 1 appartement per woongebouw.

 

CRITERIA

VEREISTEN BEWIJSVOERING

-

De hieronder genoemde bewijsvoering is niet uitputtend. Ga naar hoofdstuk 4 'Bewijslast’ voor bewijsmateriaal dat ook kan worden toegepast om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan.

1 en 2

Exemplaar van de onder bewoners verspreide enquête en een aantal van de ingevulde vragenlijsten.

2

Rapportage/documentatie die aantoont dat maatregelen zijn genomen om eventuele geluidsproblemen op te lossen OF een samenvatting van de resultaten van het tevredenheidsonderzoek dat bevestigt dat er geen problemen met geluid zijn.

3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9

Een rapportage van het akoestisch onderzoek, waaruit blijkt dat deze door een gekwalificeerd akoestisch adviseur is uitgevoerd.

3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9

Meetgegevens met onderbouwing waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de grenswaarden.

Karakteristieke luchtgeluidniveauverschil (DnT,AK)

Grootheid die in één getal het verschil tussen twee geluidniveaus weergeeft, genormeerd voor de referentienagalmtijd, het desbetreffende spectrum en herleid naar genormeerde afmetingen van de ontvangruimte.

Gewogen contactgeluid-niveau (LnT,A)

Grootheid die het geluidniveau, genormeerd voor de referentienagalmtijd en het desbetreffende spectrum, in één getal weergeeft.

Karakteristieke geluidwering van de gevel (GA,k)

Onder karakteristieke geluidwering wordt verstaan de grootheid die het verschil weergeeft tussen geluidsniveaus aan weerszijden van die gevel waarbij de geluidwering is teruggerekend naar een standaard diepte achter de scheidingsconstructie. Enerzijds is dit het geluidsniveau van buiten ten aanzien tot de scheidingsconstructie en anderzijds het geluidsniveau in het verblijfsgebied erachter.

Het geluidsniveau van buiten is een gezamenlijk bepaald geluid volgens het Omgevingsplan, Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of het besluit tot vaststelling van geluidproductieplafonds als omgevingswaarden.

Karakteristiek installatiegeluidniveau (LI,A)

Grootheid die in één getal het geluidniveau weergeeft in de ontvangruimte, veroorzaakt door een in werking zijnde installatie en herleid naar genormeerde afmetingen van de ontvangruimte.

Geluidsabsorptie

De som van de geluidsabsorptie van de diverse constructieonderdelen van die ruimte. Onder de geluidsabsorptie van zo’n constructieonderdeel wordt verstaan de verhouding tussen het geluidsvermogen dat door dat onderdeel wordt geabsorbeerd, dat wil zeggen niet gereflecteerd, en het geluidsvermogen dat op dat onderdeel invalt.

Verblijfsgebied en verblijfsruimte

De woning heeft een verblijfsgebied waarin de voor de gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten in een of meer verblijfsruimten kunnen plaatsvinden. Een verblijfsruimte is bestemd voor het verblijven van mensen gedurende tenminste een aaneengesloten periode van 30 minuten per dag. Binnen een woning is dit (niet uitputtend) bijvoorbeeld de woonkamer, keuken, slaapkamer en studeerkamer.

Geen.

Gekwalificeerd akoestisch adviseur

Een persoon die voldoet aan alle onderstaande eisen kan worden beschouwd als adequaat gekwalificeerd:

  1. Heeft op hbo- of universitair niveau een opleiding gevolgd en met diploma afgerond of heeft een gelijkwaardige opleiding met diploma in akoestiek of geluidstesten voltooid.
  2. Minimaal drie jaar relevante beroepservaring (gedurende laatste vijf jaar). Uit dergelijke ervaring moet duidelijk een praktisch begrip blijken van de factoren die invloed hebben op akoestiek in relatie tot constructie en de omgeving, waarbij een raadgevende taak om aanbevelingen te doen voor passende akoestische prestatieniveaus en beperkingsmaatregelen zit inbegrepen.

Verifieert een adequaat gekwalificeerd akoestisch adviseur de akoestische maatregelen of berekeningen van een ander akoestisch adviseur die niet aan de SQA-eisen voldoet, dan moet deze gekwalificeerde akoestisch adviseur het rapport hebben gelezen en gecontroleerd en schriftelijk bevestigen dat het:

  1. Voldoet aan de grenswaarden.
  2. Realistische is voor het beoordeelde gebouw en aansluit bij PvE.
  3. Geen onjuiste, vooringenomen of overdreven aanbevelingen bevat. 
Home